Borstvoeding begint vanaf het eerste moment dat de baby ter wereld komt. Het op gang brengen ervan is een essentiële stap, die zowel natuurlijk is als soms vol ontdekkingen zit. Als jonge ouders begrijpen hoe deze periode verloopt, kunnen ze hun pasgeboren baby beter begeleiden en deze unieke eerste momenten met een gerust hart beleven.
Het belang van contact bij de geboorte
De geboorte is het langverwachte moment. Ouders bereiden zich er intensief op voor, soms maandenlang. Maar naast de bevalling is het belangrijk om stil te staan bij het op gang brengen van borstvoeding.
Als uw baby gezond ter wereld komt, wordt hij of zij tegen u aan gelegd, zowel na een vaginale bevalling als na een keizersnede, zodat u elkaar voor het eerst kunt ontmoeten.
De eerste levensuren: de eerste borstvoeding
In deze eerste momenten huilt de pasgeborene een beetje, maar wordt dan gerustgesteld door het contact met zijn moeder. Daarna volgt meestal een uur van rustig wakker zijn: de baby ontdekt de nieuwe wereld waarin hij net is aangekomen. Dit zijn magische momenten om ten volle van te genieten.
Na dit eerste uur begint de baby te zoeken: hij maakt kleine zuiggeluiden, brengt zijn hand naar zijn mond en sommige baby’s gaan zelfs naar de borst van hun moeder.
Dit wordt de welkomstvoeding of welkomstborstvoeding genoemd. Deze duurt gemiddeld een half uur tot een uur, soms iets langer, en zorgt ervoor dat het spijsverteringsstelsel van de baby wordt bekleed met colostrum, de eerste melk die rijk is aan antistoffen en door de moeder wordt geproduceerd.

De eerste twee dagen na de geboorte
Als de baby verzadigd is, valt hij in slaap en volgen er 48 relatief rustige uren. Hij wordt om de 3, 4, 5, soms 6 uur wakker om te drinken. Tijdens deze periode blijven de borsten van de moeder nog soepel en is het ritme vrij rustig. Deze eerste twee dagen staan vooral in het teken van kennismaken, knuffelen en elkaar ontdekken.
De tweede nacht: een belangrijke fase in het geven van borstvoeding
Dan komt wat we de ‘tweede nacht’ noemen. Na een zeer rustig begin wordt de baby wakker, huilt hij meer en vraagt hij heel vaak om de borst. Dit moment komt overeen met een grote hormonale verandering bij de moeder: na het uitdrijven van de placenta worden er geen zwangerschapshormonen meer aangemaakt en nemen de borstvoedingshormonen het over om de lactatie op gang te brengen.
Om ervoor te zorgen dat deze melk goed op gang komt, moet de baby vaak drinken. Daarom wordt hij tijdens die beruchte tweede nacht heel vaak wakker, wil hij soms bijna zonder pauze van de ene naar de andere borst drinken en stimuleert hij intensief de melkproductie.
Het opkomen van de melk en het op gang komen van de lactatie
Na deze nacht van stimulatie verandert het ritme opnieuw. De baby drinkt regelmatiger, er is geen vaste regel, maar soms kan dat om het half uur of om het uur zijn. De moeder komt dan in wat we de melkafgifte noemen: de borsten worden groter, soms gespannen, een teken dat de lactatie op gang komt.
Dit is een belangrijke fase. Om dit proces goed te begeleiden, is het essentieel dat de baby vaak en efficiënt drinkt, zodat de borsten leeg raken en verstopping wordt voorkomen. Zo komt het borstvoeding geven geleidelijk op gang en ontstaat er een duurzame borstvoedingsrelatie tussen moeder en kind.

